LPA of losse processus anconeus

Een losse processus anconeus (LPA) is één van de ontwikkelingsproblemen die behoort tot de groep van de elleboogdysplasie.

De Duitse Herder is algemeen bekend als een ras dat zeer gevoelig is voor een losse processus anconeus. Nieuw onderzoek naar raspredispositie voor LPA heeft echter uitgewezen dat de Labrador en de Golden Retriever evenveel tot zelfs meer kans hebben om een LPA te ontwikkelen.

Hoewel de exacte oorzaak van deze aandoening nog altijd onduidelijk is, wordt een multifactoriële oorzaak gesuggereerd: trauma, metabole en genetische afwijkingen zouden allen een rol spelen in de ontwikkeling van een losse processus anconeus.

Aangetaste honden worden vaak aangeboden op een leeftijd tussen 2 en 9 maanden met klachten van manken op één of beide voorpoten. Op klinisch onderzoek kan een pijnlijke, opgezette elleboog gevoeld worden. Vaak is er ook crepitatie aanwezig bij plooien en strekken van de betrokken ellebogen. Door pijn en/of artrose kan er een verminderde plooibaarheid aanwezig zijn. In enkele gevallen is het zelfs mogelijk om het losse fragment te voelen en te bewegen.

Deze aandoening kan meestal al aan de hand van radiografieën gediagnosticeerd worden. Artroscopie biedt meer informatie over de ernst van het letsel en de daaruit volgende schade aan het ellebooggewricht.

LPA1
LPA2