Tarsus

Bij OCD van het spronggewricht is het van belang om de diagnose zo vroeg mogelijk te stellen zodat de behandeling niet uitgesteld wordt en op die manier ergere kraakbeenschade in het gewricht wordt voorkomen. De fragmenten/flappen zijn echter dikwijls niet radiografisch te onderkennen, vooral in het beginstadium. Door het kraakbeen rechtstreeks in beeld te brengen, kan de artroscopie in deze gevallen tot een definitieve diagnose leiden. Voor een nauwkeurige bepaling van de lokalisatie en grootte van de fragmenten is ook CT-scan nuttig.

Vermits de gewrichtsruimte van het spronggewricht beperkt is, is de artroscopische behandeling van OCD-letsels enkel mogelijk indien het fragment klein is en op een gunstige plaats gelokaliseerd is. Meestal openen we onder begeleiding van de artroscoop het gewricht zo minimaal en zo gericht mogelijk.