Symptomen
Een ruptuur van de voorste gekruiste band is een van de meest voorkomende oorzaken van achterpootkreupelheid bij de hond. De symptomen worden veroorzaakt door een gedeeltelijke of volledige scheur van de voorste gekruiste band, die een discrete tot duidelijke instabiliteit van de knie veroorzaakt.
Technieken
Over de jaren heen zijn er al verscheidene technieken beschreven om een kruisbandscheur te behandelen: naast de conservatieve behandeling met ontstekingsremmers en rust - die vooral bij kleine hondenrassen aanslaat - is er de chirurgische behandeling die ernaar streeft de instabiliteit te verhinderen.
Oudere technieken leggen zich vooral toe op het herstellen van de stabiliteit door het reconstrueren van de voorste kruisband of door het gewrichtskapsel te verstevigen. De nieuwere technieken heroriënteren de krachten binnen de knie waardoor de instabiliteit verdwijnt.
Imbricatie
Bij een imbricatie worden het gewrichtskapsel en de weke weefsels rond het kniegewricht opgespannen om zo terug een stabiel kniegewricht te verkrijgen. Na verloop van tijd kunnen de hechtingen terug wat lossen en kan de knie terug wat instabieler worden. Deze techniek kan succesvol bij kleine en grote hondenrassen worden toegepast, al zijn de lange termijnresultaten bij de kleinere rassen wel beter dan bij de grotere rassen.
Flo-teugel
Wereldwijd is de meest gebruikte techniek nog altijd het plaatsen van een kunstkruisband buiten het gewricht (de zogenaamde “FLO-teugel”). Deze teugel loopt in dezelfde richting als de gescheurde kruisband en helpt op die manier om de knie terug stabiel te krijgen.
De techniek is succesvol omdat hij vrij makkelijk aan te leren is en bovendien vrij goede resultaten biedt, vooral dan bij de wat lichtere hondenrassen. Bij grotere (zwaardere) honden is wetenschappelijk aangetoond dat de osteotomietechnieken (zie hieronder) superieur zijn.
TTA Rapid
De nieuwste manier om een TTA uit te voeren is TTA Rapid.
Bij een TTA (Tibial Tuberosity Advancement) techniek wordt het voorste stuk van het scheenbeen doorgezaagd en in een meer voorwaartse positie gefixeerd met een kooi. In en rond de kooi wordt een botgreffe of botpasta aangebracht om opvulling van deze ruimte te stimuleren. De implantaten werden ontwikkeld door de firma R. Leibinger en de techniek werd op punt gesteld door onze eigen vakgroep.
TTA Rapid X-Ray
Een TTA_Rapid wordt succesvol toegepast bij grote tot reuzenrassen, maar kan ook bij kleinere honden uitgevoerd worden.
Deze techniek laat ons toe om hetzelfde beproefde principe van een klassieke TTA toe te passen, maar dan met minder implantaten (minder kans op falen) en met een snellere chirurgie (minder lange verdoving voor de hond).
TPLO
Bij een TPLO (Tibial Plateau Leveling Osteotomie) wordt de bovenzijde van het scheenbeen doorgezaagd, naar achter gekanteld en vastgezet met een plaat en schroeven. Een TPLO wordt succesvol toegepast bij zowel grote als kleine hondenrassen.
CBLO
CBLO is de afkorting voor CORA Based Leveling Osteotomy. CORA, of Center of Rotation of Angulation, is gebaseerd op een operatietechniek uit de humane geneeskunde, waarbij de kromming in het bot op een mathematische manier (driehoeksmeting) wordt gecorrigeerd volgens bepaalde assen.
Aangezien de hond een natuurlijke (maar soms overdreven) kromming heeft in het scheenbeen, is er een afhelling van het gewrichtsvlak in de knie. Wanneer de principes van de CORA worden nageleefd, zal met de CBLO-operatietechniek, de kromming in het scheenbeen worden opgeheven. Tegelijkertijd zal het scheenbeen bovenaan naar voor kantelen. CBLO heeft dus een dubbel effect: correctie van een overdreven afhellend vlak van de knie en een voorwaartse verplaatsing van de knieband. Dit laatste fenomeen is vergelijkbaar met de TTA techniek.
Daarom is het bij CBLO niet noodzakelijk om de kanteling van het scheenbeen extreem ver door te drijven. Bij CBLO is er een correctie van de steunassen van het scheenbeen zodat het kniegewricht in evenwicht komt tijdens steunname. Ook wordt er een correcte druk in het kniegewricht gecreëerd. CBLO is vooral geschikt bij dieren met een erge afhelling van het steunvlak van het scheenbeen (>28°). Dieren met een normale helling komen in aanmerking voor een TTA of imbricatietechniek.
Universiteit Gent - Faculteit Diergeneeskunde
Salisburylaan 1339820 MerelbekeBelgiëBE 0248.015.142
secretariaat.khd@ugent.be+32 9 264 77 00 (kleine huisdieren)+32 9 264 76 18 (grote huisdieren)
ma: | 8 - 12 u. | 12 - 16 u. |
di: | 8 - 12 u. | 12 - 16 u. |
wo: | 8 - 12 u. | 12 - 16 u. |
do: | 8 - 12 u. | 12 - 16 u. |
vr: | 8 - 12 u. | 12 - 16 u. |
za: | Gesloten | Gesloten |
zo: | Gesloten | Gesloten |
Deze website maakt gebruik van cookies. Lees meer